Gemeente gaat de strijd met de eikenprocessierups weer aan

De gemeente Utrecht gaat de eikenprocessierups op 22 plaatsen in de stad bestrijden. Op het kaartje zie je waar. De gemeente gebruikt drie verschillende methoden.

De eikenprocessierups zorgt elk voorjaar voor veel overlast. De haartjes van deze beestjes laten los en veroorzaken verschrikkelijk veel jeuk. Ook honden kunnen er last van hebben.

Op plekken waar eerder overlast is geweest spuit men de eiken vooraf in met een biologisch bestrijdingsmiddel (preventieve aanpak). Deze middelen worden met een trekker via een spuit van onderaf in de bomen geblazen. Bij deze methode is er nauwelijks kans op verwaaiing en drup van het middel. Deze middelen zijn goedgekeurd voor de biologische landbouw en mogen daarom ook in het openbaar groen worden gebruikt. De gemeente gebruikt Xen Tari (blauw op bijgevoegd kaartje), dat is gebaseerd op de bacterie Bacillus thuringienis, en nematoden (oranje op het kaartje), dat zijn kleine wormpjes, ook wel aaltjes genoemd. Deze verspreiden in de rups een dodelijke bacterie.

Een derde methode is het zo vroeg mogelijk wegzuigen van de nesten. Er blijven altijd wel brandharen achter op de plek van het nest, dus probeert de gemeente zoveel mogelijk preventief te werken. Het wegzuigen van nesten kost veel tijd, daarom kunnen niet alle aangetaste bomen behandeld worden. Plekken waar veel mensen komen krijgen voorrang.

Ook loopt er sinds 2019 een natuurvriendelijke proef met mezenkasten in de eiken (bruin op het kaartje). De kool- en pimpelmezen eten de rupsen op. Sinds het voorjaar hangen er zo’n 120 vogelnestkasten op 2 plekken in de stad opgehangen, aan de Zandlaan en de Brailledreef/Loevenhoutsedijk. De nestkasten blijven 3 jaar hangen.

Op de groene plekken op de kaart komen ook rupsen voor, maar daar zet de gemeente geen preventieve bestrijding in.