Patiënten met kanker hebben vaak veel pijn. Vooral patiënten die niet meer beter worden, hebben in de laatste fase van hun leven last van klachten. Op de Pijnpoli in het
St. Antonius Ziekenhuis, een van de grootste pijnbehandelcentra van Nederland, worden daarom verschillende pijnbehandelingen bij kanker gegeven.
“Het is heel mooi om er zo voor te zorgen dat patiënten minder pijn hebben en ze een betere laatste periode van hun leven te geven”, aldus anesthesioloog Joep Scholten. Vaak krijgen patiënten met kanker morfine tegen pijnklachten, maar dit helpt niet altijd voldoende. “Twee derde van de patiënten heeft ondanks de morfine nog pijn. Ook kan het vervelende bijwerkingen geven, zoals misselijkheid en vermoeidheid.” Als patiënten op de Pijnpoli in het St. Antonius komen, wordt eerst gekeken welke morfine iemand krijgt. “Soms helpt het om een ander soort morfine voor te schrijven. Als dat geen verlichting geeft, dan kijken we of de patiënt voor een pijnbehandeling in aanmerking komt.”
Zenuwblokkade
Alle pijnbehandelingen die de pijnspecialisten doen, draaien om het tijdelijk of definitief uitschakelen van de zenuwen die de pijn veroorzaken. “In eerste instantie kiezen we ervoor om de zenuwen tijdelijk aan te pakken met een zenuwblokkade”, legt Scholten uit. “We spuiten een lokaal verdovend middel rond de zenuw en zorgen er hiermee voor dat de pijnprikkel de hersenen niet bereikt. Het voordeel van deze injectie is dat je de pijn gericht aanpakt, waardoor je een lagere dosis pijnstilling nodig hebt. Hierdoor hebben patiënten ook minder last van bijwerkingen.”
Als deze tijdelijke maatregel onvoldoende werkt, gaan de pijnspecialisten over tot het definitief uitschakelen van de betreffende zenuwen. “Als patiënten met lever- of maagkanker bijvoorbeeld veel buikpijn hebben, kunnen we zenuwcellen in de bovenbuik verhitten en definitief uitschakelen met alcohol. Omdat deze behandeling behoorlijk ingrijpend is, doen we dit alleen wanneer er sprake is van een beperkte levensverwachting.”
Katheter
Een laatste mogelijkheid is de pijn te behandelen door een katheter in de rug te plaatsen. “We sluiten een pompje op de katheter aan, waar we pijnstillers inspuiten. Met een slangetje komen de pijnstillers direct bij het ruggenmerg terecht, waardoor de medicijnen direct terechtkomen op de plaats waar ze moeten werken. Hierdoor is een veel lagere dosering pijnstillers nodig met minder bijwerkingen tot gevolg. Tot voor kort werd deze katheter aangesloten op een pomp buiten het lichaam die de patiënt continue bij zich moest dragen, maar sinds kort is het ook mogelijk om deze pomp in de buik te implanteren, waardoor de patiënt veel meer vrijheid heeft.”
Minder pijn
Het merendeel van de patiënten die een pijnbehandeling bij kanker op de Pijnpoli van het St. Antonius ondergaat wordt niet meer beter. “Juist deze patiënten hebben vaak veel pijn. Hierin speelt de psyche een grote rol. Als patiënten nog midden in hun behandelingen zitten, wordt pijn soms voor lief genomen, maar in de laatste fase lukt dat niet altijd meer. Er zijn onderzoeken die aantonen dat wanneer je minder pijn hebt, je mogelijk ook langer leeft”, aldus Scholten. “Wij proberen de tijd die deze patiënten nog hebben zo prettig mogelijk te maken. Kwaliteit van leven houdt niet op als je niet meer beter kunt worden.”