De laatste zaterdag van augustus was er op kasteel De Haar een aangepaste versie van de Kingdom of Elfia, het groot kostuum-event dat jaarlijks plaatsvindt in de kasteeltuin.
Omdat het evenement, altijd in april, dit jaar niet kon doorgaan kwam de organisatie met een corona-vriendelijke vorm. In tegenstelling tot honderden verklede bezoekers die vrij langs kraampjes en acts lopen was er een looproute vastgesteld die hen langs verschillende acteurs voerde.
De toneelspelers vertolkten beroemde personages als Arthur Conan Doyle en Joseph Pulitzer, maar ook de tuinman van het kasteel of de beste vriendin van Josephine Delphine, de jongedame waar het allemaal om draaide. Zij was namelijk in een huwelijksval gelokt door een snode kapitein en spoorloos verdwenen. Naar het bleek naar de elfenwereld.
De spelers wisten met hun ad rem reacties de bezoekers te betrekken in het spel. Van toeschouwer werden zij verslagleggers en roddeltantes, tot uiteindelijk heuse huwelijksgasten. De kinderlijke kantjes van de voorstelling, die aanvankelijk als irritant gezien konden worden, waren naar mate de route vorderde juist het ontwapenende element. Het geheel had iets weg van de wisselwerking die er is tussen Jan Klaassen poppentheater en diens publiek. Dat een deel van de acteurs met een Limburgse tongval sprak maakte het allemaal nog een tikje gemoedelijker.
Elfia mag in de deze afgeslankte vorm terugkomen, met wellicht een verhaal dat voor volwassenen geschreven is en meer afzonderlijke acts die uitnodigen om even van de route af te wijken.
