Brandveiligheid van nieuwe hoogbouw staat onderaan de prioriteitenlijst. Daarvoor waarschuwt de brandweer, nu steeds meer steden de hoogte in gaan om woningnood te bestrijden. Ook in Leidsche Rijn zijn enorm hoge woontorens gepland.
Net als in heel de Randstad trouwens. Rotterdam spant de kroon met de ‘Zalmhaventoren’ van 215 meter. Een van de drie ‘MARK’-woontorens die in Leidsche Rijn Centrum gepland staan, wordt met 140 meter hoger dan de Dom. De andere twee MARK-torens worden 80 en 100 meter hoog. Hoger dan de Dom was overigens lang taboe, maar als snelst groeiende stad van Nederland zijn hier veel nieuwe woningen nodig. En dan kun je de hoogte in, maar juist die hoogte vormt een risico bij brand. Vanaf buiten blussen kan ongeveer tot 30 meter hoog. Daarboven kan een brand alleen van binnen worden bestreden.
Nadenken over vluchtroutes
Er zijn wel veiligheidsvoorschriften voor hoogbouw, maar de brandweer vindt die niet streng genoeg nu gebouwen hoger worden. “De meeste mensen denken dat het losloopt, tot er een incident is. Maar bij ingewikkelde bouw moet je niet verwachten dat de brandweer veel kan doen als er eenmaal brand woedt”, stelt de landelijk portefeuillehouder incidentenbestrijding, Esther Lieben, tevens brandweercommandant in Den Haag. Bewoners overleven een grote brand alleen als er vooraf is nagedacht over vluchtroutes, brandwerend materiaal, scheidingswanden, liften die in gebruik kunnen blijven bij brand en betere interne blusinstallaties, zoals sprinklers. Met dat soort maatregelen kunnen “uren” worden gewonnen.
Bouwplannen
Probleem is volgens Lieben dat pas laat in het bouwproces met de brandweer wordt gesproken. Veiligheidsadviezen stuiten dan op weerstand, omdat de bouwplannen al klaarliggen en de begroting al is gemaakt. “Als wij vervolgens zeggen dat het niet veilig is en dat er ander materiaal moet worden gebruikt, dan gaat dat niet lekker.” Lieben roept bouwers op de brandweer vanaf het begin van een bouwproces uit te nodigen. “Dat gaat een hoop geld kosten, maar dat hoort erbij.”
(bron: NOS)
