Het is de Nationale Week van de Teek

Ze zijn geniepig, die kleine teken. Als je door lang gras loopt heb je er zo één te pakken. Teken kunnen besmet zijn met ziekteverwekkers; ze zijn verre van onschuldig.

Teken komen in heel Nederland voor. Ze leven in bossen, duinen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Vooral in hoog gras of tussen dode bladeren. Verder zitten ze op huisdieren, wild, vogels en kadavers. Van daaruit hechten ze zich aan passerende dieren en mensen. Teken worden actief als de temperatuur boven de 7  graden Celsius komt. Van maart tot en met oktober worden mensen het meest gebeten. Daarom is de Nationale Week van de Teek in het leven geroepen: weer even aandacht voor hoe het ook al weer zat met die teken.

Ziekte van Lyme

Ongeveer één op de vijf teken is besmet met de bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken (Borrelia burgdorferi). Ruim 1 miljoen mensen krijgen jaarlijks een tekenbeet. Mensen die voor hun werk veel in het groen zijn lopen meer risico op tekenbeten. Een teek is erg klein, slechts 1 tot 3 millimeter, en zijn dus gemakkelijk over het hoofd te zien. Als een teek je net heeft gebeten, lijkt het of er een zwart puntje op je huid zit. Door het opzuigen van bloed zwellen teken na een paar dagen op tot een bruin of grijs bolletje ter grootte van een erwt.

Antibiotica

Als je bent gebeten door een teek, kun je het beste even naar de huisarts gaan. Deze kan preventief antibiotica voorschrijven. Als je niet naar de huisarts gaat, is het verstandig om de plek waar je bent gebeten in de gaten te houden. Als er een rode ring of rode plek ontstaat, moet je alsnog naar de huisarts voor antibiotica.

Meer info vind je op www.weekvandeteek.nl.

Cookieinstellingen