Nu het aantal besmettingen stijgt, maken mensen zich steeds meer zorgen over het risico dat ze het coronavirus oplopen. Een op de vijf mensen denkt in de komende tijd waarschijnlijk besmet te worden, blijkt uit het gedragsonderzoek van het RIVM en de GGD’s. Dat is bijna twee keer zo veel als een maand geleden.
In de zevende ronde van het onderzoek zegt de helft van de ondervraagden bezorgd te zijn. Drie op de tien mensen voelen zich hulpeloos en bang en zijn gestrest. Volgens het RIVM is dit vergelijkbaar met het gevoel onder Nederlanders in april, tijdens de eerste coronagolf. De enquête is begin oktober gehouden onder bijna 48.000 mensen. Zij gaven hun antwoorden ná de maatregelen die op 29 september waren aangekondigd en vóór de strengere regels van eerder deze week.
Richtlijnen steunen
Meer dan negen op de tien mensen steunen richtlijnen als 1,5 meter afstand houden en drukke plekken mijden. Het draagvlak is groter dan voorheen, aldus het RIVM. Desondanks daalt het vertrouwen in de aanpak van de overheid. Iets meer dan de helft vindt dat de overheid besluiten goed uitlegt; een paar maanden geleden was dit nog bijna 80 procent.
Thuisquarantaine
Veel mensen vinden het belangrijk om thuis te blijven bij gezondheidsklachten, maar het blijkt lastig om de daad bij het woord te voegen. Van de mensen met COVID-19-achtige klachten is maar 29 procent thuisgebleven, ziet het RIVM. Uit het gedragsonderzoek blijkt daarnaast dat een groot deel van de respondenten de thuisquarantaineregels niet opvolgt: slechts zes op de tien ondervraagde personen zeggen dat ze thuisblijven wanneer het coronavirus is vastgesteld bij een huisgenoot.
Het regelen van praktische dingen is volgens het RIVM een veelgenoemde reden om toch het huis te verlaten: de respondenten zeggen het huis toch uit te gaan als ze boodschappen moeten doen, maar ook wanneer ze niet thuis kunnen werken of omdat ze denken dat het niet risicovol is.
