Geschreven toespraak burgemeester Jan van Zanen op 4 mei

Foto: 4 en 5 mei

De jaarlijkse dodenherdenking in Utrecht op 4 mei vindt traditioneel plaats op het Domplein. Dit jaar ging dat anders dan andere jaren vanwege de coronamaatregelen. Zo was er geen toespraak van burgemeester Jan van Zanen omdat publieke herdenkingen niet door konden gaan. Wel legde de burgemeester vanochtend al een krans bij het monument. Hier de tekst van de toespraak van Jan van Zanen.

Beste mensen,

Vanochtend heb ik een krans gelegd ter nagedachtenis aan iedereen die door het geweld in de Tweede Wereldoorlog is omgekomen. Waar normaal het Domplein, ‘s avonds op 4 mei, volstroomt met mensen is het nu leeg en stil. Dat de Dodenherdenking niet in het openbaar plaats vindt is bijna niet voor te stellen. Het zegt iets over deze ingrijpende periode, maar in ieder geval ook over 75 jaar geleden toen er een einde kwam aan een periode van onderdrukking, geweld en terreur. Die oorlogsjaren vormen nog altijd een ijkpunt in de geschiedenis van Nederland, in de geschiedenis van Utrecht.

Voordat op 7 mei 1945 de Polar Bears door de Biltstraat, de Voorstraat en de Potterstraat de stad introkken, maakten de inwoners van Utrecht nog enkele afschuwelijke maanden door. Er was maar weinig leven in de stad. Treinen reden niet meer. De stadsbussen hadden de dienst gestaakt. Scholen waren gesloten. Veel jongemannen waren ondergedoken of in Duitsland te werk gesteld. En de laatste stuiptrekkingen van het nazibewind lieten zich voelen door razzia’s, deportaties en executies. Voor de levensmiddelenwinkels stonden lange rijen mensen te wachten, vaak zonder resultaat. De mensen hadden honger. Trokken te voet, op een wrakke fiets of met bakfietsen en kruiwagens naar het platteland in de hoop wat voedsel te vinden.

Zo ook Elma Heuperman. Afgelopen 6 maart werd ze 100 jaar oud. Ik mocht op bezoek komen en was onder de indruk van haar vitaliteit, ondanks haar hoge leeftijd. “De oorlog was 5 jaar lang niets anders dan ellende”, zo vertelde Elma mij. In die jaren woonde ze aan de Robert Schumannstraat in de wijk Oog in Al. Ze bezorgde uitgetypte berichten van Radio Oranje en bracht bij een razzia een Joodse wijkgenoot in veiligheid. Tijdens de hongerwinter – ze was toen 24 jaar oud – ondernam ze met haar schoonzus fietstochten naar Overijssel en Drenthe. Afstanden van meer dan 100 kilometer door bittere kou. Elma bond doeken om haar vingers om te voorkomen dat ze eraf zouden vriezen. Van gordijnstof maakten ze geïmproviseerde fietstassen en daar ging alle ruilwaar in. Kleding, sieraden, wat ze maar in huis hadden liggen. In Staphorst ruilde ze eens haar laarzen tegen veertig pond rogge.Hoewel ze sterk vermagerde kwam ze op die manier de hongerwinter door en toen de bevrijding naderde, begon Elma een handeltje in zelfgemaakte papieren strikken en feestlintjes, in oranje, rood, wit en blauw, die ze stiekem rondbracht. Tot deze versieringen, gespeld op de jassen, bij de bevrijding tevoorschijn kwamen en Utrecht weer kleur gaven.

75 jaar later is dit niet anders: Vrijheid geeft kleur, Vrijheid geeft leven. Of, zoals Baban Kirkuki, lid van Stadsdichtersgilde Utrecht, het verwoordde: ‘Laat de vrijheid zichzelf zijn: avontuurlijk en aanwezig voor iedereen die hem kent. De vrijheid wil niet begrenzen, begrens dan ook de vrijheid niet.’

In de jaren van bezetting was die vrijheid wel begrensd. De Joodse gemeenschap in Utrecht werd nagenoeg uitgeroeid en iedereen die niet in de pas liep met de verdorven idealen van de nazi’s, of daar tegen in verzet kwam, werd hardhandig onderdrukt of vermoord. Vandaag denken we aan alle slachtoffers. We denken aan hen met groot respect. We denken aan hen opdat we – in Utrecht en waar dan ook – niet vergeten. Dank u wel.

Cookieinstellingen