“Windturbines in polders bij Utrecht zorgen wél voor veel overlast”

Foto: Pixabay

Windturbines in de Utrechtse polders Rijnenburg en Reijerscop moeten voor de opwekking van duurzame energie gaan zorgen. Omwonenden Pieter van Veenen uit De Meern en Jan van Rossum uit Nieuwegein stellen dat kritische rapporten over geluidsoverlast worden genegeerd. Zij schreven dit een opiniestuk voor het AD:

“In 2018 heeft het bureau DGMR op verzoek van omwonenden onderzoek gedaan naar het hoorbare geluid bij ongunstige wind (windkracht 5) per uur en per etmaal. De wettelijke normen gaan uit van jaargemiddelden. De geplande windturbines hoor je vooral bij ongunstige wind. Daarom is een specifiek onderzoek naar het hoorbare geluid bij ongunstige wind belangrijk om de specifieke overlast te kunnen berekenen. De uitkomst was dat op negen meetpunten in De Meern en Nieuwegein op afstanden van 800 tot 1300 meter het geluid van de turbines meerdere uren vooral in de nacht hoorbaar zal zijn boven het geluid van de snelwegen. Wethouder Van Hooijdonk bleef volhouden dat 800 meter een veilige afstand zou zijn van de woonwijken. Zij verwijst dan naar de wettelijke normen.

Dramatisch slecht

Het DGMR-onderzoek gaat ook over hoorbaarheid van de turbines in de polder. De uitkomsten zijn dramatisch slecht. Bij ongunstige wind zullen de windturbines op het zuidelijke meetpunt halverwege de Nedereindseweg zelfs 23 uur per etmaal hoorbaar geluid produceren. De gegevens van het geluid in de polder heeft de wethouder echter niet aan de raad verstrekt, met het argument dat men twijfelt aan de bruikbaarheid van de door DGMR gehanteerde methode. Vanwege deze twijfel is een second opinion-onderzoek gestart. Het nu gepubliceerde second opinion-rapport van het bureau Cauberg en Huygen onderschrijft echter in grote lijnen de uitkomsten van de DGMR-rapporten: ‘Dat ter plaatse van de woningen in de polder de windturbines gedurende langere perioden hoorbaar zijn’.

Niet serieus

Het college neemt het second opinion-rapport nog steeds niet serieus. Projectontwikkelaars en grondeigenaren van het consortium Rijnenburg nemen, in tegenstelling tot het college, de deskundigen wel serieus. Zij stellen in het AD van 4 maart 2020 dat zij niet willen meewerken aan windturbines. ‘Windturbines en woningbouw gaan volgens de ontwikkelaars niet samen in het gebied.’ Niet alleen huidige bewoners in en om de polder, maar ook toekomstige bewoners worden door geluidshinder getroffen.

Woningbouw

Er zijn nu drie stromingen in de Utrechtse politiek te zien. GroenLinks en Partij van de Dieren vinden (ondanks het tekort aan locaties voor woningbouw) woningbouw in Rijnenburg niet nodig. Zij willen windturbines. D66 en Christen Unie (en mogelijk ook een enkele andere partij) willen eerst instemmen met windturbines en beweren (tegen alle onderzoeken in) dat deze in de toekomst te combineren zijn met woningbouw. Zij nemen dan een besluit waarvoor geen draagvlak is onder direct omwonenden, bouwers en wetenschappers. D66 wil grondeigenaren die niet mee willen werken zelfs juridisch dwingen toch mee te werken om windturbines op hun terrein te gedogen. Andere partijen willen woningbouw en stellen evenals Buren van Rijnenburg en Reijerscop dat woningbouw goed is te combineren met zonne-energie, maar niet met windturbines.”

Cookieinstellingen