De RAC-overeenkomst tussen FC Utrecht en PVCV is opengebroken, verbeterd en verlengd. De Vleutense voetbalvereniging behoort nu tot de STER-categorie van de Regionale Amateur Clubs.
“FC Utrecht en PVCV werken al jaren naar wederzijdse tevredenheid samen”, vertelt Bas van den Brink van FC Utrecht. “De leden van PVCV zijn vaak goed vertegenwoordigd op de tribunes van Stadion Galgenwaard en aan talent is in Vleuten bovendien geen gebrek. We zijn blij dat we de bestaande overeenkomst hebben opengebroken, verbeterd en verlengd. PVCV is een leuke en gezellige voetbalclub, die op ambitieuze wijze bezig is met het opleiden van jeugdspelers.” FC Utrecht ondersteunt PVCV, als onderdeel van de overeenkomst, onder meer in het ontwikkelen van het jeugdkader. FC Utrecht wi samen met de clubs uit de regio het Utrechtse voetbal naar een hoger niveau tillen en doet dat onder meer via het RAC-plan.
Talenten
RAC Talentenontwikkeling Midden-Nederland speelt een prominente rol in de jeugdscouting binnen FC Utrecht. De aangesloten regionale amateurclubs spreken af dat ze FC Utrecht informeren over talenten die binnen hun jeugdopleiding voetballen. Jeugdscouts bekijken deze spelers en beoordelen of zij worden uitgenodigd voor een testwedstrijd. Indien de technische staf denkt dat de jonge spelers het niveau hebben om binnen de jeugdafdeling van FC Utrecht te voetballen, krijgen ze deze mogelijkheid aangeboden. Amateurverenigingen ontvangen voor elke speler van twaalf jaar en ouder die FC Utrecht opneemt in haar jeugdopleiding een financiële vergoeding ten behoeve van de eigen jeugdopleiding. Inmiddels hebben zich al meer dan vijftig verenigingen aangesloten en is bijna de helft van alle nieuwe spelers in de jeugdopleiding van FC Utrecht afkomstig van RAC-clubs.
Verankeren
“PVCV is historisch al sterk verbonden met FC Utrecht. Door de grote groei van de club en de professionalisering van onze jeugdopleiding is het niet meer dan logisch om de band met FC Utrecht nóg steviger te verankeren.” zegt een trotse Jan Baltus, voorzitter van PVCV.
