Patiënten met een verdenking op prostaatkanker vanwege een verhoogd PSA (eiwit in het bloed dat wordt aangemaakt door de prostaat) krijgen in het St. Antonius Ziekenhuis voortaan sneller duidelijkheid.
De diagnose is bovendien betrouwbaarder en het traject is minder ingrijpend voor patiënten. Het vernieuwde zorgpad waarmee het St. Antonius sinds kort werkt, is uniek in Nederland. Als een patiënt door de huisarts wordt verwezen naar de uroloog vanwege een verdenking op prostaatkanker (verhoogd PSA, vergrote prostaat of plasklachten), volgen in het ziekenhuis een aantal onderzoeken om prostaatkanker uit te sluiten of te bevestigen. De volgorde van die onderzoeken wordt ook wel zorgpad genoemd.
Biopten
Tot nu toe werden bij deze patiënten eerst stukjes weefsel afgenomen (biopten). Het nemen van biopten kent echter nadelen. Los van het infectiegevaar, is het onderzoek niet altijd nauwkeurig, waardoor het voor kan komen dat een tumor over het hoofd gezien wordt. Reden voor het St. Antonius om dit zorgpad rigoureus om te gooien.
Standaard eerst MRI
Onderzoek in het St. Antonius heeft aangetoond dat de MRI-scan belangrijke aanvullende informatie geeft bij het opsporen van tumoren in de prostaat, de diagnose te bevestigen of definitief te maken. Toch werd de MRI-scan tot nu toe vaak pas gemaakt nadat er al prostaatbiopten waren genomen. In het St. Antonius krijgen deze patiënten nu allemaal standaard eerst een MRI-scan. Op basis van de uitslag van de scan wordt snel duidelijk of het nemen van biopten wel nodig is en áls het nodig is, kan met de MRI-beelden veel gerichter en trefzekerder weefsel afgenomen worden.
Minder polibezoeken
Uroloog Roderick van den Bergh, medeverantwoordelijk voor het nieuwe zorgpad, is enthousiast: “Voor de patiënten betekent de nieuwe werkwijze dat ze minder polibezoeken hebben en er sneller een nauwkeuriger diagnose is. Vaak laat de MRI zien dat er slechts sprake is van een goedaardige vergroting van de prostaat, soms een verdenking op prostaatkanker.” Roderick merkt wel dat sommige patiënten even schrikken als ze horen dat meteen een MRI gemaakt moet worden. ‘Dan zal er immers wel wat aan de hand zijn’ is vaak de eerste gedachte.
Snel en adequaat
“Zowel de huisarts als de uroloog, kunnen patiënten gelukkig vaak snel geruststellen, als we uitleggen dat de MRI niet betekent dat er echt wat aan de hand is, maar bedoeld is om sneller en beter tot een diagnose te komen. De eerste ervaringen van patiënten zijn dan ook positief. Ze geven aan te merken dat er snel en adequaat gehandeld wordt en ervaren dat als erg prettig. Immers: hoe sneller er duidelijkheid is, hoe minder lang ze in spanning hoeven te zitten.”
