Het stadsbestuur van Utrecht overleefde donderdag 14 april ternauwernood een motie van afkeuring. De oppositie had deze ingediend vanwege de aanhoudende blunders met de stadsverwarming.
De stadsverwarming in Leidsche Rijn was een stuk minder efficiënt dan was afgesproken met leverancier Eneco. Verschillende ambtenaren waren hiervan op de hoogte, maar gaven desondanks bouwvergunningen af gebaseerd op een niet-realistisch rendement. Hierdoor bleven duurzaamheidsmaatregelen zoals isolatie of zonnepanelen achterwege. Het gevolg: honderden gedupeerde huiseigenaren.
Afkeuring
Het stadsbestuur heeft in de ogen van de oppositie te laat en te langzaam gereageerd op signalen dat er iets niet klopte bij de stadsverwarming. Bovendien had het college naar alternatieven voor stadsverwarming moeten kijken die duurzamer en goedkoper zijn voor woningen in Leidsche Rijn. CDA-voorzitter Sander van Waveren: “De uitrol van de stadsverwarming denderde door als een grote stoomtrein en niemand trok aan de noodrem. Terwijl uit de raampjes links en rechts duidelijk te zien was dat het spoor dood zou gaan lopen.” Ook de PvdA vindt dat het college wat valt te verwijten. “Dat ze ons niet volledig en niet tijdig hebben geïnformeerd”, aldus PvdA-raadslid Ruben Post. “Wij komen tot het oordeel: afkeuring, een zeer zwaar oordeel, een tik op de vingers voor dit college.”
Verplichting moet weg
De motie haalde geen meerderheid, dus de tik op de vingers bleef uit. Wel moet het college in gesprek met Eneco, de leverancier van stadswarmte. Zo moeten niet alle nieuwe huizen nog verplicht worden om stadsverwarming te nemen. Ook moeten andere aanbieders van stadswarmte toegang krijgen tot het warmtenet en de gedupeerden van de problemen met stadsverwarming in Leidsche Rijn gecompenseerd. Het opzeggen van stadsverwarming bij Eneco, waarvoor het bedrijf forse bedragen vroeg, moet minder gaan kosten. Kortom, er valt nog heel wat te regelen!
